Sate Tuna Bali genoemd – is een heerlijke, frisse variant uit Bali. Het wordt meestal gemaakt met verse tonijn, pittige kruiden en soms geserveerd met een sambal matah of een geurige pindasaus. Dit is een authentiek recept in Balinese stijl.
Ingrediënten:
Voor ± 4 personen (12–16 satéstokjes)
400 g verse tonijnfilet (stevig en in blokjes van 2 cm)
2 el limoensap
1 el ketjap manis
1 el zonnebloemolie of kokosolie
½ tl zout
Kruidenpasta (bumbu):
3 sjalotjes2 teentjes knoflook
2 rode lomboks (of 1 rode peper, naar smaak)
1 cm laos of thl. poeder
1 cm verse gember of thl. poede
1 stengel sereh (alleen het witte deel, fijngehakt)
2 kemirinoten (eventueel vervangen door cashewnoten, licht geroosterd)
½ tl korianderzaad ketumbar
1 el kokosolie of zonnebloemolie
Voor erbij (optioneel):
Sambal matah (Balinese rauwe sjalot-sambal met citroengras en limoen)
Limoenpartjes
Snijd de tonijn in gelijke blokjes. Marineer kort met limoensap, ketjap, olie en een snuf zout. Laat ±15 minuten staan. Maal de sjalot, knoflook, lombok, laos, gember, sereh, kemiri en korianderzaad fijn in een vijzel of blender.
Fruit dit mengsel in olie tot de geuren vrijkomen (±3 minuten). Laat afkoelen.
Meng de gebakken bumbu door de gemarineerde tonijnblokjes. Laat minstens 30 minuten trekken in de koelkast.
Rijg de tonijnblokjes aan satéstokjes (liefst van bamboe, even geweekt in water tegen verbranden). Rooster de saté’s kort en heet op een houtskoolgrill of grillpan. Maximaal 1 à 2 minuten per kant – tonijn moet mooi rosé en sappig blijven.
Serveer met sambal matah en een beetje limoen erover. Eventueel met witte rijst of lontong.
Het mooie van dit recept is dat je de bumbu écht Balinees maakt, en de sambal matah geeft er dat frisse, kruidige accent bij.
6 sjalotjes (fijn gesneden in dunne ringetjes)
5 rode rawit-pepertjes (of naar smaak, fijngesneden)
2 stengels sereh (alleen het witte zachte deel, heel fijn gesneden)
4 limoenblaadjes (daun jeruk), nerf verwijderd, fijn gesneden
1 klein bosje citroenbasilicum (kemangi, optioneel, geeft echte Balinese smaak)
1 tl zout
½ tl gula djawa (riet of palmsuiker)
2 el limoensap (vers geperst, of anders uit een flesje)
4 el kokosolie (liefst verwarmd en even “gerookt” door een stukje trassi erin te bakken)
Bereiding:
Snijd sjalotjes, rawit, sereh en limoenblaadjes heel fijn. Doe alles in een kom, voeg zout en suiker toe. Giet de hete kokosolie erover (die olie zorgt dat de smaken loskomen). Voeg limoensap toe. Goed mengen. Laat 10 minuutjes intrekken en serveer naast je saté tonijn.

Reacties
Een reactie posten