Saté sapi - rundvlees

Saté sapi is, vrij vertaald, “rundersaté”, een geliefd Indonesisch gerecht waarin stukjes rundvlees aan spiesjes worden gemarineerd en gegrild boven houtskool of open vuur. Het is een van de vele varianten van de saté-familie, met je eigen regionale twist.

Specifiek wordt de saté sapi uit Jepara (Centraal-Java) vaak simpel geserveerd met zowel zoete ketjapsaus (kecap manis) als pindasaus. In andere streken zijn er unieke variaties, zoals:

Sate Matang uit Aceh: groots gesneden rundvlees, gemarineerd met aromatische specerijen zoals kapulaga, bunga lawang, cengkeh en merica, en geserveerd met een grove pindasaus plus een lichte kalduwt; bijzonder “krenyes-krenyes” van textuur .

Sate Maranggi uit West-Java: gemarineerd met een pasta van kecombrang (mock ginger bloemknoppen) en ketanmeel, geserveerd met ketan of rijst.

Ingrediënten:

1/2 kg mager rundvlees
150 ml kecap manis
1 eetl ketumbar
1 eetl asam water
2 eetl olie
5 sjalotjes
5 teentjes knoflook
4 rode lomboks, ontpit
2 eetl tomatenketchup 
2 theel zout
1/2 theel peper
2 eetl palmsuiker
saté stokjes

Bereiding:

Snijd het vlees in niet al te grote blokjes. Wrijf of maal de ingrediënten voor de bumbu fijn tot een pasta. Meng de bumbu met de kecap, de ketumbar, de olie, het asamwater en marineer hiermee het vlees en laat dit tenminste een uurtje intrekken.

Rijg het vlees aan de stokjes en rooster deze boven een houtskoolvuurtje gaar en besprenkel regelmatig met de marinade. Strooi de koriander blaadjes erover en serveer.

Reacties

Populaire posts