Saté Maranggi is niet zomaar een snack; het weerspiegelt de rijke West-Javaanse keuken, die bekend staat om het harmoniseren van smaken en texturen. Het wordt vaak gegeten tijdens speciale gelegenheden, maar is ook een favoriet streetfood-gerecht. De bereidingswijze vereist geduld: het vlees moet goed marineren zodat de smaken diep intrekken en de houtskoolgrill geeft het die onweerstaanbare geur en smaak.
Ingrediënten: (voor 4 personen)
500 g rundvlees (biefstuk of entrecote), in blokjes of reepjes van ±2 cm
3 teentjes knoflook, fijngehakt
2 sjalotten, fijngehakt
2 eetlepels sojasaus
2 eetlepels ketjap manis (zoete Indonesische sojasaus)
1 eetlepel limoensap
1 theelepel suiker
½ theelepel zwarte peper
½ theelepel zout
1 theelepel sambal oelek (optioneel, voor pittigheid)
Satéstokjes, geweekt in water (30 minuten)
Voor de saus erbij
3 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel limoensap
1 theelepel sambal oelek
Bereiding:
Meng het vlees met alle ingrediënten van de marinade in een kom. Zorg dat elk stuk goed bedekt is. Laat minimaal 2 uur marineren in de koelkast, liever een hele nacht voor maximale smaak.
Rijg de gemarineerde stukjes vlees aan de satéstokjes. Niet te veel op één stokje, zodat het vlees goed kan garen en roken.
Grill de saté ongeveer 3–4 minuten per kant, tot het vlees mooi gebruind is en net gaar. Bestrijk eventueel met wat marinade tijdens het grillen voor extra smaak.
Serveren:
Serveer de saté met een beetje saus (ketjap, limoensap en sambal gemengd) en eventueel een frisse komkommersalade of lontong (Indonesische rijstkoek).
Reacties
Een reactie posten